Stichting L.C. Dudok de Wit's Fonds

dudok logo

Kees de Tippelaar

Reiziger te voet

Kees Dudok de Wit werd in 1843 in Amsterdam geboren in een koopmans-familie. Hij erfde, samen met zijn broer, de indrukwekkende buitenplaats Slangevegt in Breukelen. Kees  was een vreemde snuiter en zeer avontuurlijk aangelegd. Hij hield van reizen, maar deed dit vooral te voet. 

Dudok de Wit maakte als een van de eerste mensen ter wereld lange wandeltochten, ook over andere continenten, vandaar de bijnaam ‘Kees de Tippelaar’. Deze reizen duurden soms maandenlang. Zo reisde hij in 1865 naar Java, om daar van het uiterste oosten naar het uiterste westen van het eiland te lopen. Hier deed hij 6 maanden over. Ook liep hij door de Molukken, China en Japan. Onderweg verzamelde hij veel kunstvoorwerpen die hij mee terug nam naar Nederland. Deze vormden de basis voor zijn latere kunstcollectie. In 1874 liep hij te voet naar Parijs, in 1875 liep hij in nog geen maand naar Wenen en 1876 vertok hij naar de VS. Hier is hij nog een aantal malen teruggekeerd.

Voor iemand van gegoede komaf was lopen een ‘onfatsoenlijke’ hobby, iets voor landlopers, en voor arbeiders die zich geen vervoer konden veroorloven. Het kon Kees niet schelen, hij liep gewoon door.

De tocht naar Wenen liep hij op pantoffels. Hij droeg 3 paar wollen sokken om blaren te voorkomen en hij verving hij de inlegzolen van de pantoffels als ze warm werden. Hij liep met een wandelstok en droeg een klein handkoffertje bij zich. In Wenen had men inmiddels ook Van Kees de Tippelaar gehoord en bij aankomst werd hij ontvangen als een held. Hij genoot van de aandacht en om in het middelpunt van de belangstelling te staan.

Kees met zijn hond

Uiteindelijk trokken zijn avonturen ook thuis belangstelling en verkreeg hij zelfs landelijke bekendheid. Hij hield lezingen (in het Amsterdamse Paleis voor Volksvlijt) over zijn reizen die druk werden bezocht.
Voor de kunstvoorwerpen en curiosa die hij op zijn reizen had verzameld richtte hij een deel van zijn landgoed, Slangevegt in Breukelen, in als museum waar hij regelmatig bezoekers ontving die hij dan persoonlijk rondleidde (zie foto geheel bovenaan). Vaak liet hij hen ook zijn verzameling wassen beelden te zien, waarmee Kees menige grap uithaalde.

Ooit raakte een boot met jonge vrouwen in paniek toen ze na een geweerschot een vrouw voorover in de Vecht zagen vallen. Deze ‘moord’ was door Kees in scene gezet met als slachtoffer een van zijn poppen. Ook heeft hij ooit de landverdediging voor de gek gehouden. Kees had gehoord dat er een oefening zou plaatsvinden die ’s nachts met een kanonschot zou worden gestart. Door zelf veel eerder een kanonschot te lossen liep door de ontstane verwarring de hele oefening in het honderd.

poffertjes

Er zat een keerzijde aan al deze grappen. Kees had last van depressies. “Melancholie’ werd dat destijds genoemd. Dit werd erger naarmate hij ouder werd, en de grappen en grollen waren deels ook om zijn somberheid te verdrijven. Hoewel hij geen vrouw en kinderen had, wilde hij toch herinnerd worden. Hij stichtte een fonds waaruit de hele jeugd van Breukelen elk jaar op of rond zijn verjaardag (3 oktober) wordt getrakteerd op poffertjes. 

In Breukelen is hij natuurlijk vooral ook bekend om deze poffertjes. Na zijn overlijden in 1913 is bij testamentaire beschikking vastgelegd dat deze traditie van poffertjes op de verjaardag van Kees Dudok de Wit  altijd zo moet blijven.

Nog steeds eten alle kinderen in Breukelen poffertjes op of omstreeks 3 oktober, vaak gepaard gaande met een wandeling langs zijn standbeeld waarop hij is afgebeeld met zijn hondje.

beeld Kees zwart wit